Bed, bad en brood 2

NRC Handelsblad meldt vandaag dat ook de nationale overheid zelf opvang moet regelen voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Ik neem snel die tekst grotendeels over.

 

Gisteren bepaalde de rechtbank in Utrecht in twee zaken van mensen zonder een verblijfsstatus dat staatssecretaris Fred Teeven (Veiligheid en Justitie, VVD) moet voorzien in nachtopvang, een douche, ontbijt en een avondmaal. Nadat de rechter vorige week gemeenten al had gedwongen om ‘bed, bad en brood’ te bieden, geldt die verplichting nu dus ook voor het Rijk. Daarmee sluit het juridische net zich verder rond het kabinet.

Uitzonderlijk is dat de rechtbank in beide gevallen „gelet op de omstandigheid dat het winter is” een voorlopige voorziening heeft getroffen. De staatssecretaris moet vanaf vandaag voorzien in opvang. Dat noemt de rechter een „noodmaatregel”. Volgens staatssecretaris Teeven is opvang al mogelijk voor mensen zonder verblijfspapieren, als zij maar meewerken aan terugkeer. Die voorwaarde mag de staat volgens de rechter niet handhaven: „Er rust een positieve verplichting op de staat om onderdak, eten en kleding te verstrekken.” Als die opvang uitblijft, schendt de staat artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven.

De rechtbank verwijst naar de uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR), dat in november bepaalde dat Nederland internationale rechten schendt door geen opvang te bieden. Het kabinet wacht met een besluit op het oordeel van het Comité van Ministers, dat in het voorjaar van 2015 wordt verwacht. Alleen de staat heeft volgens de rechtbank „niet gemotiveerd waarom aan de gezaghebbende beslissing van het ECSR voorbij kan worden gegaan”.

Inmiddels is niet duidelijk welke overheid (de staat of de gemeenten) uiteindelijk die opvang van mensen zonder papieren zal moeten uitvoeren. „De staat had steeds principiële redenen om opvang af te wijzen, de gemeenten vooral financiële”, zegt de advocaat van de twee eisende partijen. Maar volgens de Vereniging Nederlandse Gemeenten ligt de verantwoordelijkheid hiervoor bij het Rijk. „Het Rijk slaagt er door de weerbarstigheid van de problematiek niet in om een aanzienlijk deel van de uitprocedeerden het land tijdig te laten verlaten.”

Dat laatste speelt ook in België. Je kan als overheid of politieke partij wel roepen dat die mensen zonder geldige verblijfsvergunning eruit moeten, maar als niet duidelijk is waar ze naartoe moeten, ben je er wel verantwoordelijk voor. En dat is overigens niet alleen een kwestie van het recht op eerbiediging van het recht op gezinsleven, maar ook van elementair menselijk fatsoen. De ingezonden bijdrage van Yannick Roels in de Standaard van vandaag vertrok van een ander uitgangspunt, maar de kop die de krant erboven geplaatst had, geldt ook voor het recht op ‘bed, bad en brood’: ‘Iedereen moet ‘mogen zijn’.